Spullen veranderen naarmate de jaren vorderen. Er wordt gekeken naar manieren om ze efficiënter te maken, compacter of mooier. De afzuigkap is daar een goed voorbeeld van. Het eerste exemplaar kwam op de markt in de jaren ’40 en werd de ‘magische long’ genoemd. Niet zo gek ook, want het was een grote verandering en vooruitgang op het gebied van keukenventilatie. In dit blog lees je meer over hoe je de juiste keuze maakt uit het grote aanbod afzuigkappen en waar je rekening mee moet houden als je een afzuigkap installeert!
Allereerst is het belangrijk om te weten hoe de keuken in elkaar steekt. Indien er een afvoerkanaal naar buiten is, is het handig om een afzuigkap met luchtafvoer te nemen. Indien het huis dit niet heeft, of als het erg lastig is om de verbinding te maken, dan kies je voor een recirculatie-afzuigkap. Dat houdt in dat het een afzuigkap zonder afvoer is en dat de lucht dus gefilterd teruggeblazen wordt in de ruimte.
Daarna ga je kijken naar waar de afzuigkap moet komen. Op basis daarvan kun je kiezen voor een:
Hou er vervolgens rekening mee dat de afzuigkap nooit smaller moet zijn dan de kookplaat. Bij een 60cm kookplaat kies je dus voor minimaal een afzuigkap van 60cm.
Bij iedere afzuigkap krijg je een handleiding over het installeren. Lees deze altijd goed door. Onze beste tips zijn vooral om vooraf precies te weten waar je de afzuigkap wil ophangen. Gebruik voor extra precisie een bouwlaser. Markeer de plekken waar de gaten moeten komen en start met boren. Test vervolgens hoe hoog de afzuigkap moet komen door verschillende hoogtes uit te testen. Als laatste tip geven we je mee dat je een afzuigkap altijd samen installeert.